Blog

Zet rechter streep door 'nominaal is normaal'?

De afgelopen jaren is bij veel hoger onderwijsinstellingen de norm voor het bindende studieadvies verhoogd. Bij de Erasmus Universiteit geldt  het adagium ‘nominaal is normaal’, ofwel  de norm ligt op het verplicht halen van alle 60 studiepunten in het eerste jaar van inschrijving. Maar verdraagt deze norm zich wel met het wettelijke kader?

Bindend studieadvies

Bekostigde hogescholen en universiteiten zijn verplicht studenten aan het einde van het eerste jaar van inschrijving een studieadvies te geven. Aan dit studieadvies kan een afwijzing worden verbonden   volgens art.  7.8b WHW. Deze afwijzing is in de praktijk beter bekend als het bindend (negatief) studieadvies (BSA). Een BSA kan alleen worden gegeven indien een student tijdig een waarschuwing heeft ontvangen. Verder moeten bij het afgeven van een BSA ook persoonlijke omstandigheden worden meegewogen.

De bevoegdheid voor het afgeven van een BSA ligt bij het instellingsbestuur. In de praktijk is deze bevoegdheid veelal gemandateerd aan bijv. opleidings- , academie- of faculteitsdirecteuren of aan examencommissies. Uit het recente rapport ‘Verdere versterking’ van de onderwijsinspectie blijkt dat circa 50% van de examencommissies is belast met het afgeven van een BSA.

Vanwege het verstrekkende karakter van een BSA worden hierover regelmatig procedures gevoerd bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs (CBHO).  Daarbij is er vaak aandacht voor de vraag of er sprake is van persoonlijke omstandigheden en of er causaal verband is met de studievertraging. In deze bijdrage staat een recente zaak bij de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) centraal.

Nominaal is normaal

Binnen de EUR geldt voor het BSA het adagium ‘nominaal is normaal’. Dit betekent dat een student 60 studiepunten per jaar moet halen in zijn eerste jaar van inschrijving.  Daarbij geldt een compensatoire regeling . Voor meer informatie verwijzen wij graag naar de website van de universiteit; deze bevat een uitgebreide pagina met informatie over ‘nominaal is normaal’.  De EUR was pionier met ‘nominaal is normaal’, maar inmiddels hebben meer opleidingen dit model overgenomen.

Doel en strekking niet in overeenstemming WHW?

In een recente voorlopige voorziening (CBHO 2015/217.1) is een principiële vraag van het CBHO opgenomen, namelijk of  ‘nominaal is normaal’ “(…) zich wel, gelet op het doel en strekking, verdraagt met de wettelijke eis dat een bindend negatief studieadvies alleen kan worden gegeven als de student ongeschikt is voor de opleiding”.

Met deze (retorische?) vraag stelt het CBHO de juridische houdbaarheid van ‘nominaal is normaal’ ter discussie. In de tekst van de WHW is opgenomen dat een BSA alleen kan worden gegeven indien een student, met inachtneming van zijn persoonlijke omstandigheden, niet geschikt moet worden geacht voor de opleiding.  De oorspronkelijke toelichting bij de WHW zegt hierover het volgende: “De geschiktheid voor de opleiding is het uitgangspunt bij de beoordeling van studenten. Zodoende wordt de afwijzingsmogelijkheid toegespitst op de groep studenten die in een later stadium van de studie in de problemen dreigt te komen. Het oordeel over de geschiktheid voor de opleiding wordt gebaseerd op de studieprestaties in het eerste studiejaar. De instelling stelt daartoe per opleiding minimumeisen vast met betrekking tot de studievoortgang in het eerste jaar.”

Het prospectieve element in het geschiktheidscriterium is geobjectiveerd in een aantal studiepunten dat de student per jaar moet halen. De vraag lijkt nu te worden opgeworpen of dit objectiveren zover mag gaan dat het feitelijk gaat om het halen van alle (60) studiepunten per jaar. In hoeverre is bijvoorbeeld een student die  57 studiepunten haalt in het eerste jaar van inschrijving ongeschikt voor een opleiding?  En speelt bij een weging nog mee dat er sprake is van een compensatieregeling (zoals bij de EUR)?

De huidige uitspraak van CBHO is nog slechts een voorlopige voorziening. Het is nu met spanning wachten op de vraag hoe CBHO in de bodem uitspraak zal antwoorden op de door haarzelf geformuleerde vraag.  Zeer wel denkbaar dat CBHO kritisch zal zijn over de verenigbaarheid van ‘nominaal is normaal’ met de WHW.

Meer informatie

De onderwijsinspectie constateerde dat in het hoger onderwijs (bij examencommissies) de kennis over recente relevante jurisprudentie tekort schiet.  Hobéon verzorgt daarom voor o.a. leden van examencommissies een jurisprudentiecollege. Hierin worden actuele uitspraken van CBHO, maar ook van de burgerlijke rechter en het College voor de Rechten van de Mens besproken en voorzien van praktische tips voor de praktijk.

Heeft u vragen over deze bijdrage of over het jurisprudentiecollege? Of wilt u mee weten over onze (juridische) dienstverlening met betrekking tot examencommissies? Neemt u dan contact op met mr. Frank Hendriks, senior adviseur, via (070) 30 66 800 of mail met f.hendriks@hobeon.nl.