Blog

Nieuwe regeling macrodoelmatigheid

Op 29 april 2023 is de nieuwe regeling Macrodoelmatigheid opleidingsaanbod hoger onderwijs gepubliceerd in de Staatscourant. Wordt met deze regeling een nieuwe stap gezet in het doelmatiger maken van het opleidingsaanbod in het hoger onderwijs?

Door Roel van Krieken

Als adviseur ben ik betrokken bij vraagstukken over het opleidingsaanbod en bekostigingsaanvragen. In deze weblogbijdrage volgt mijn reflectie op de nieuwe regeling

Nieuwe regeling voor de beoordeling doelmatigheid

Bekostigde hogescholen en universiteiten kunnen bekostigde en niet-bekostigde opleidingen aanbieden. Om een bekostigde opleiding aan te kunnen bieden wordt deze eerst getoetst op doelmatigheid en kwaliteit. 

De Commissie voor Doelmatigheid Hoger Onderwijs (hierna: CDHO) adviseert de minister over de doelmatigheid van nieuwe opleidingen. De minister besluit of de nieuwe opleiding in aanmerking komt voor bekostiging. 

Sinds 29 april 2023 is er een nieuwe regeling voor het beoordelen van de doelmatigheid van opleidingen. In deze regeling wordt onder andere vastgelegd welke procedure en criteria worden gehanteerd. De aanvragende instelling moet aantonen dat er voor de opleiding:
a.    Een arbeidsmarktbehoefte is. 
b.    Ruimte is in het landelijke aanbod.  

De nieuwe regeling heeft ten principale tot doel om de samenwerking tussen instellingen te bevorderen en het “concurrentie-denken” tegen te gaan.  

What's new?

  1. Noodzaak van een nieuwe opleiding
    De nadruk in de nieuwe regeling ligt op het aantonen dat er een bepaalde noodzaak is voor een nieuwe bekostigde opleiding. Vanuit het perspectief van de instelling; past het bij het profiel van de instelling en het instellingsplan? En hoe verhoudt deze opleiding zich tot het huidige opleidingsaanbod? Daarmee wordt ook de vraag gesteld of deze opleiding gerealiseerd kan worden door innovatie in het huidige aanbod van de instelling? Vanuit het perspectief van de arbeidsmarkt; beantwoordt deze opleiding aan de vraag vanuit de regionale en nationale arbeidsmarkt, branche, beroep etc.? Zijn er zwaarwegende argumenten waarom juist deze opleiding moet worden aangeboden in relatie tot de ontwikkeling van de arbeidsmarkt en vanuit het licht van maatschappelijke of wetenschappelijke ontwikkelingen? 
  2. Stimuleren van overleg en samenwerking
    De nieuwe regeling zou samenwerken en overleg tussen instellingen moeten stimuleren. Een van de belangrijkste toevoegingen in de nieuwe regeling is het vooraf publiceren van het voornemen om de nieuwe opleiding te starten (kenbaarheidsvereiste). Daarnaast moeten instellingen in hun bekostigingsaanvraag verantwoorden op welke wijze er afstemming heeft plaatsgevonden met andere instellingen. In de nieuwe regeling wordt het gezamenlijk aanvragen (clusteraanvraag) van nieuwe opleidingen vereenvoudigd. Dit biedt meer ruimte en minder drempels om te innoveren voor gehele clusters van opleidingen. Voor aanvragende instellingen dwingt deze kenbaarheidsvereiste en afstemmingsverplichting ertoe om met andere instellingen actief het gesprek te voeren over het uitbreiden of aanpassen van het opleidingsportfolio.  
  3. Betrekken belanghebbenden 
    Belanghebbenden, in de breedste zin van het woord, hebben de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen. De CDHO beargumenteert in het advies op welke wijze ze de zienswijze laat meewegen in de beoordeling van de aanvraag. Voor bijvoorbeeld onbekostigde opleiders, beroeps- of brancheverenigingen of andere onderwijsinstellingen biedt dit de mogelijkheid om hun visie op nieuwe opleidingen te geven. Mijn inziens biedt dit meer ruimte om een positieve of negatieve waardering vanuit (maatschappelijke) partners in het veld te laten meewegen. In het kader van een leven lang ontwikkelen is het meewegen van deze waardering cruciaal om een goede afweging te maken of een opleiding doelmatig is of niet. Bijvoorbeeld voor deeltijd onderwijs en het perspectief vanuit particuliere opleiders of voor een doorlopende leerlijn vanuit mbo-hbo-wo. Dit geldt ook voor branche- en beroepsverenigingen. 

Een van de belangrijkste toevoegingen in de nieuwe regeling is het vooraf publiceren van het voornemen om de nieuwe opleiding te starten (kenbaarheidsvereiste).

In de achteruitkijkspiegel vooruit kijken

Een van de veelbesproken frustraties is de vraag of deze regeling macrodoelmatigheid instellingen voldoende ruimte biedt om in te spelen op de ontwikkelingen in de arbeidsmarkt. De CDHO geeft een grote voorkeur aan het gebruik van bronnen zoals The Research Centre for Education and the Labour Market (ROA) van Universiteit Maastricht. De vraag kan worden gesteld of de voorspellingen van de ROA in zekere mate kunnen inspelen op ontwikkelingen die nog gaan komen? Bijvoorbeeld de voorspelling van het ontstaan van nieuwe beroepen/functies of nieuwe werkgebieden. Dit zet de mate waarin de toekomstige beroepen passen binnen de huidige classificatie en ‘forecasts’ onder druk. Ik zie dit spanningsveld toenemen en ik vraag me af in hoeverre dit houdbaar is om de doelmatigheid van nieuwe opleidingen te onderbouwen. Het is vooruitkijken in de achteruitkijkspiegel. 

Het juiste instrument 

Binnen Hobéon worden structureel de uitspraken van de CDHO bijgehouden en is er zicht op de ontwikkelingen in de uitgebrachte adviezen. Zichtbaar is dat de CDHO strikt kijkt naar de verbinding tussen de gepresenteerde arbeidsmarktgegevens en de behoefte aan de nieuwe opleiding. De waardering van de diverse onderzoeksmethodes is wisselend en afhankelijk van de context van de opleiding en arbeidsmarkt. Meer verschillende typen arbeidsmarktonderzoek is niet altijd beter. We leren dat het ten principale gaat om het inzetten van het juiste type arbeidsmarktonderzoek, passend bij de opleiding.

Meer verschillende typen arbeidsmarktonderzoek is niet altijd beter

Alhoewel er geen grote inhoudelijke wijzigingen zijn in deze nieuwe regeling, zijn aanvragende instellingen er wel toe gehouden om kritisch te kijken naar de ontwikkelingen vanuit de CDHO en dit mee te wegen in het plan van aanpak van een bekostigingsaanvraag. Wat hebben we nodig om de behoefte te expliciteren? Waar ligt de behoefte precies en welk type onderzoek maakt deze behoefte het beste zichtbaar? 

Opleidingen: eens doelmatig, altijd doelmatig? 

Ten principale kan de vraag worden gesteld wat de eenmalige beoordeling van de doelmatigheid van de opleiding zegt over de toegevoegde waarde voor de arbeidsmarkt? We weten dat opleidingen eenmalig worden getoetst op doelmatigheid. Is eens doelmatig, altijd doelmatig? Mijn inziens geeft deze nieuwe regeling geen duurzaam antwoord op deze vraag. De huidige regelgeving leidt tot oververhitting van het nationale opleidingsportfolio. Er zijn opleidingen die opleiden voor arbeidsmarktsectoren met een groot tekort en er zijn opleidingen die opleiden voor sectoren met een (groot) overschot. 

Mijn inziens geeft deze nieuwe regeling geen duurzaam antwoord op deze vraag

Deze studenten stromen dan uit naar een andere arbeidsmarktsector dan daar waar ze voor werden opgeleid. Ik stel mezelf de vraag of deze laatste categorie opleidingen in voldoende mate doelmatig is als we deze opleiding opnieuw zouden toetsen aan de hand van de criteria.  Zijn opleidingen die ooit zijn gestart nog in voldoende mate doelmatig? Spelen ze nog in voldoende mate in op de ontwikkelingen van de arbeidsmarkt, maatschappij of wetenschap? In de huidige accreditatieprocedure is er geen criterium voor doelmatigheid. Wat ik in beperkte mate zie gebeuren is dat hogescholen en universiteiten er voor kiezen om de doelmatigheid van opleidingen opnieuw te toetsen en daar waar nodig opleidingen af te bouwen. 

Conclusie

Wordt met deze nieuwe regeling een stap gezet in het doelmatiger maken van het opleidingsaanbod in het hoger onderwijs? Ik denk van niet. De nieuwe regeling bevordert vooral de (verplichte) samenwerking tussen instellingen, het explicieter maken van de noodzaak voor nieuwe opleidingen en de mogelijkheid voor belanghebbenden om nieuwe opleidingen positief of negatief te waarderen. Een echte verandering blijft met deze nieuwe regeling uit. De huidige inkleding van de arbeidsmarktbehoefte blijft bewerkelijk en arbitrair en biedt onvoldoende houvast voor nieuwe opleidingen op innovatieve vakgebieden en functies. 

Wat zou dan een goede volgende stap zijn in het doelmatiger maken van het opleidingsaanbod? Stap af van het mantra ‘eens doelmatig, altijd doelmatig’. Toets niet meer alleen aan de voorkant de doelmatigheid van opleidingen, maar toets ook tussentijds. Opleidingen die twintig jaar geleden doelmatig waren, kunnen dat vandaag niet meer zijn. Daar zijn genoeg voorbeelden van te vinden.

Stap af van het mantra ‘eens doelmatig, altijd doelmatig’

Om deze stap te nemen is een verdere inkleding van de term ‘doelmatig’ nodig. Wat betekent doelmatigheid in het licht van de functie van het hoger onderwijs? Doelmatig voor wie? Het zou een goede stap zijn om dit in de volgende heroriëntatie van beleid en regelgeving rondom doelmatigheid mee te nemen. 



Hobéon ondersteunt instellingen bij vraagstukken over doelmatigheid en bekostiging. We hebben een ruime expertise in het begeleiden van bekostigingsaanvragen, het uitvoeren van arbeidsmarkt- en instroomonderzoek en het begeleiden van samenwerkingen. Benieuwd wat we voor u kunnen betekenen? Neem dan contact op met een van onze adviseurs.