Blog

Het onderwijs in de verkiezingsprogramma's; Nederland innoveert

Na de val van het Kabinet Rutte maken de politieke partijen zich op voor verkiezingen op 12 september. De partijen hebben hun verkiezingsprogramma’s inmiddels gepresenteerd en ondanks de vakantieperiode wordt er druk geflyerd en zijn de politieke leiders overal te zien en te horen. De verkiezingsstrijd barst los.

 

 

Minder overheidsuitgaven

De grootste opgave voor de politici is Nederland door de financiële crisis heen te loodsen. Immers, er moeten de komende jaren miljarden op de rijksuitgaven bezuinigd worden om de financiën op orde te krijgen. Als econoom vraag je je af hoe dit land er de komende jaren uit gaat zien? Schraalhans zal immers keukenmeester zijn!

Introductie van de Wet Werk en Inkomen, de Wet maatschappelijke ondersteuning, ambtenaren salarissen op de nullijn, minder investeringen in de infrastructuur, minder uitgaven in de zorg, medisch specialisten kunnen ook wel met minder toe, later met pensioen; het zijn allemaal maatregelen of ideeën bedoeld om de uitgaven van het Rijk weer in balans te krijgen.

Minder uitgaven van de overheid, betekent ook dat bedrijven en mensen minder inkomsten zullen hebben, minder inkomsten betekent minder consumptieve uitgaven enzovoort. De economie komt in een negatieve spiraal en met alleen bezuinigen komen we daar vervolgens nooit meer uit.

De onderwijsparagrafen

Maar zie vervolgens de onderwijsparagrafen (in het bijzonder de paragraaf over het beroepsonderwijs) uit de verkiezingsprogramma’s, dan gloort er toch wel weer een beetje licht aan het eind van de tunnel. Natuurlijk, we zijn er nog lang niet. Eerst moeten op 12 september 2012 de verkiezingen worden gehouden en vervolgens krijgen we weer de bekende informatie en formatie perikelen. Maar wat er ook gebeurt, over onderwijs zullen partijen het heel snel eens worden.

Van links tot rechts – uiteraard met verschillende woordkeuzes en nadrukken-, zijn alle partijen zeer eensgezind over onderwijs. Nederland moet weer ‘tot de top 5 van kenniseconomieën gaan behoren' en ‘een leven lang leren’ zijn zinnen die in vrijwel elk verkiezingsprogramma terug te vinden zijn, evenals het woord ‘kwaliteit’. Dat woord wordt bij wijze van spreken met een hoofdletter geschreven.

Maar ook de aandacht voor het leraarschap is er volop en zeker niet vanuit bezuinigingsoogpunt, nee integendeel. Ook meer mannen voor de klassen van het basisonderwijs, betere salarissen, goede bij- en nascholing en bevoegde docenten, daar gaat het in vrijwel elk programma over.

Stapelen van (beroeps)opleidingen om mensen hun talenten te laten aanwenden voor zichzelf, maar ook voor de samenleving, wordt niet langer afgekeurd. Extra aandacht voor het technisch beroepsonderwijs, de herintroductie van de ambachtsschool, van de vakschool en de bedrijfsschool, de aansluiting tussen vmbo en mbo, het zijn onderwerpen die elke partij in zijn programma mee neemt.

Natuurlijk is er overal aandacht voor de kwaliteit van het onderwijs. De kritische voorvallen in het hoger beroepsonderwijs in de afgelopen jaren missen hun uitwerking in de programma’s niet. Vrijwel elke partij wil dat het kwaliteitsbesef gaat vóór het kwantiteitsbesef. De bekostiging van het onderwijs moet meer op geleverde kwalitatieve prestaties gebaseerd worden, dan op aantallen. Hoe dat dan zou moeten? Ja, daar verschillen partijen dan uiteraard wel weer over van opvatting. Maar er moet natuurlijk ook wel wat te kiezen blijven!

Het efficiënt en effectief aanwenden van overheidsmiddelen is eveneens een item in de programma’s. Niet elke onderwijsinstelling hetzelfde aanbod, maar afhankelijk van de soort onderwijs dient er een keuze gemaakt te worden in de specialismen en het onderscheidend vermogen van de instellingen voor hoger beroepsonderwijs en de universiteiten. Hier en daar vinden sommige partijen dit ook al voor het middelbaar beroepsonderwijs gelden. Concentreren en reduceren, met aandacht voor regionale spreiding, daar gaat het over in vrijwel elk programma. Het hoger onderwijs moet aangesloten blijven bij het topsectoren beleid.

‘Nederland innoveert” zou een prima slogan kunnen zijn voor een volgend regeerakkoord als het aankomt op onderwijs; hervormend en bouwend op die basis, zou een nieuwe regering na 12 september 2012 binnen afzienbare tijd gevormd moeten kunnen worden.

We krijgen misschien nog wel een mooie nazomer………………