Het ‘waarom’ van flexibilisering
Het ontwikkelgesprek, een gesprek tussen opleiding en auditpanel, is sinds enkele jaren een vast en in veel gevallen het afsluitend onderdeel van een accreditatietraject. Uit een analyse die wij maakten van de gevoerde ontwikkelgesprekken van het afgelopen jaar kwam naar voren dat flexibilisering een thema is dat speelt bij nagenoeg alle opleidingen.
Door Mariska Krijgsman en José Koot
Vooral de keuzemogelijkheden rondom flexibilisering leiden tot vragen. Flexibilisering kan namelijk op verschillende manieren plaatsvinden. Je kunt het ‘wat’, het ‘waar’, het ‘wanneer’ en/of het ‘hoe’ flexibiliseren1). Dat maakt de mogelijkheden eindeloos en de keuze reuze. Als opleidingen helder hebben waarom ze flexibiliseren, helpt dat bij het maken van keuzes. Hieronder bespreken we verschillende redenen waarom het flexibiliseren van een opleiding bij kan dragen aan de toekomstbestendigheid van de opleiding, voor studenten én werkgevers.
Behoefte aan diversiteit
Flexibilisering hangt ten eerste nauw samen met toekomstgericht opleiden; studenten begeleiden naar nu nog onbekende beroepen of bestaande beroepen die andere vaardigheden vragen. De generatie toekomstige werknemers geeft nu al een bredere invulling aan zijn werkende bestaan. Niet maar één baan, maar meerdere activiteiten naast elkaar met verschillende werk- of opdrachtgevers. Studeren is niet meer standaard voltijds in vier jaar na het voortgezet onderwijs. Steeds meer studenten combineren werken en leren. Deze behoefte (of noodzaak) aan diversiteit heeft consequenties voor opleidingen. Het traditionelere opleiden tot één beroep, met een duidelijke set aan kennis en vaardigheden sluit minder goed aan bij de huidige generatie Z. Behoefte aan diversiteit is dus een mogelijke ‘waarom’ om te flexibiliseren.
Studeren is niet meer standaard voltijds in vier jaar na het voortgezet onderwijs.
Behoefte studenten
Ten tweede vragen ook de huidige maatschappelijke ontwikkelingen vragen om andere manieren van opleiden. Er is krapte op de arbeidsmarkt, dus studenten zijn vaak al aan het werk in sectoren en beroepen waarvoor ze tegelijkertijd opgeleid worden. Er is schaarste op de huizenmarkt. Geld verdienen om te kunnen wonen is belangrijk, dus studenten gaan meer en meer werken en leren combineren. Deze factoren zorgen er nu al voor dat deeltijdopleidingen groeien in omvang. Werkgevers spelen daardoor ook een steeds belangrijker rol in het opleiden van mensen. Ook dit vraagt om flexibiliteit van opleidingen; de eigen doelstellingen, kwaliteit en leerresultaten hoog houden in combinatie met aansluiten bij de behoefte en vraag van werkgevers én studenten.
Vraag vanuit werkveld
Een derde ‘waarom’ van flexibilisering kan zijn dat je als opleiding wilt inspelen op de vraag vanuit het werkveld. Flexibiliteit biedt ruimte voor het combineren van bij- en nascholing met opleidingen; waardoor steeds meer maatwerktrajecten ontstaan. Flexibele opleidingen geven ruimte in tijd; de opleidingsduur staat niet meer vooraf vast. Ook bieden zij ruimte in plaats; de plek waar geleerd wordt is steeds diverser; op de werkplek, online of op de opleiding. Maar ook de inhoud wordt steeds meer flexibel; het doel, de leeruitkomst, staat vast; de wijze waarop is aanpasbaar aan de mogelijkheden bij een werkgever. Dit kan helpen de schaarste in bepaalde sectoren, denk aan het onderwijs of de techniek, te bestrijden.
De wijze waarop opleidingen flexibiliseren kan heel verschillend zijn; de ene opleiding biedt vooral verschillende routes waarbij de mate van ondersteuning en het tempo verschilt. Studenten kunnen dan verschillende onderdelen op een verschillend tempo doorlopen waarbij ze gebruik kunnen maken van veel of weinig ondersteuning. Andere opleidingen maken gebruik van zogenaamde ‘open spaces’ waarbij studenten samenwerken aan (praktijkgerichte) opdrachten en ondersteuning van experts krijgen waar nodig. Ook zien we veel inspiratiesessies waarna studenten eigen keuzes maken om te verdiepen of te verbreden, op de opleiding en in de praktijk.
Meebewegen met maatschappelijke veranderingen
Naast al deze verschillen zien we dat het werken met leeruitkomsten wel een gemeenschappelijk gedragen middel aan het worden is. Leeruitkomsten die holistisch, leerwegonafhankelijk en breed geformuleerd zijn, zijn toekomstbestendig en bieden ruimte aan de student. Er kan veel veranderen in de maatschappij en de (werk)situatie van studenten, de leeruitkomst blijft relevant. Eerder verworven kennis en vaardigheden kunnen eenvoudiger gewaardeerd worden door de docent waardoor dit onderdeel wordt van het opleidingstraject van de student. Opleidingen die vanuit deze optiek de eigen inhoud en leerresultaten onder de loep nemen en leeruitkomsten formuleren aangevuld met wendbaar opleidingsaanbod, slaan een weg in van duurzame verandering.
Opleidingsaanbod en expertise van docenten blijven daarbij onverminderd relevant. Kwalitatief goed opleiden van flexibele professionals die zich kunnen aanpassen in een continu veranderend werkveld wordt des te belangrijker, en niet eenvoudiger. Flexibilisering middels werken met leerwegonafhankelijke leeruitkomsten is hier het middel voor. Dat vraagt om een breed aanbod, met veel keuzeruimte; inspirerende leeromgevingen en docenten die vanuit hun expertrol coachend kunnen begeleiding op de werkplek naast het overdragen van kennis en expertise. Een mooie uitdaging om de schouders onder te zetten.
Kortom, als de ‘waarom’ helder is, vloeit het ‘wat’, ‘waar’, ‘wanneer’ en ‘hoe’ daar vanzelf uit voort. Hobéon kan middels visieontwikkeling helpen achter het ‘waarom’ van uw opleiding te komen. Daarna helpen we u ook graag verder met het implementeren van welke flexibele vorm u ook kiest.
1) uit artikel van ScienceGuide van april 2023: Flexibilisering hangt niet alleen van studentbehoefte af.
Leeruitkomsten zijn altijd afgeleid van de leerresultaten. Leerresultaten (competenties / eindkwalificaties) zijn veelal vastgesteld op basis van een landelijk beroepsprofiel en opleidingsprofiel. Uit de beslisnota van de wet leeruitkomsten: “Een eenheid van leeruitkomsten is een outputgerichte en specifieke vorm van een onderwijseenheid gericht op het resultaat van een leerproces. Daarmee kunnen eenheden van leeruitkomsten, in tegenstelling tot de “klassieke” onderwijseenheden, op een leerwegonafhankelijke wijze worden ingevuld, zodat de student de ruimte heeft om zijn leerroute geheel of gedeeltelijk op basis van eigen keuzes in te vullen.''
Meer informatie
Voor meer informatie neemt u contact op met Mariska Krijgsman. Zij staat voor u klaar met advies voor de ontwikkeling van duurzaam flexibel onderwijs. Mariska is naast adviseur bij Hobéon tevens voorzitter van de landelijke werkgroep 'Werken met leeruitkomsten'.