Blog

Verovert de Associate degree ook Nederland?

De Associate degree is een tweejarig opleidingstraject op hbo-niveau met een eigen graad, die met name gericht is op mbo afgestudeerden die op hbo-niveau willen doorstuderen. Bezien vanuit het European Qualifications Framework for Lifelong learning (EQF)  vult de Associate degree het gat op tussen mbo-4, wat in het EQF op kwaliteitsniveau 4 wordt ingeschaald, en de hbo-bachelor, die zich in het EQF bevindt op kwaliteitsniveau 6.

In hun brief aan Staatssecretaris Zijlstra beschrijven de MBO Raad, VNO-NCW en MKB-Nederland dat zij de Associate degree zien als een aanwinst voor het Nederlandse onderwijsstelsel. “Het is met name voor gediplomeerde mbo-4 studenten een zeer interessante manier om een hbo-opleiding te volgen. Zowel de korte opleidingsduur, als het veelal duale karakter maken de Ad voor zowel recent afgestudeerde mbo-4 studenten als mensen die al actief zijn op de arbeidsmarkt aantrekkelijk”, zo schrijven zij.

In het Nationaal Studiekeuze Onderzoek 2011 geeft 1 op de 6 mbo-studenten aan interesse te hebben in een Ad-opleiding. Het aantal mbo-studenten dat de afgelopen jaren daadwerkelijk voor een Ad heeft gekozen ligt op 1,5%. Zoals al in een eerdere bijdrage op dit weblog is aangeven, zou je hieruit kunnen opmaken dat de Associate degree voor hogescholen een kansrijke groeimarkt is. Hier bovenop komen bovendien nog de werkenden en niet-werkenden die, al dan niet in het kader van een leven lang leren, verder willen studeren om hun kennis en vaardigheden te vergroten. De Ad biedt hen de gelegenheid zich te ontwikkelen naar hbo-niveau.

Het buitenland als voorbeeld

In de Strategische Agenda Hoger Onderwijs 2011, die juli van dit jaar werd gepresenteerd, gaat veel aandacht uit naar de noodzaak voor hogescholen om differentiatie aan te brengen in het onderwijsaanbod. Sommige scholen zullen ervoor kiezen om hun aanbod te richten op excellente studenten. Andere hogescholen zullen er bewust voor kiezen om Associate degrees aan te bieden om hiermee tegemoet te komen aan de vraag van het afnemend werkveld, dat aangeeft behoefte te hebben aan werknemers met Ad-opleidingsniveau.In het buitenland maakt de Associate degree al langer onderdeel uit van het onderwijssysteem. Van de 27 EU-landen zijn er 19 die Ad-opleidingen aanbieden dan wel voornemens zijn deze aan te gaan bieden. In alle EU-landen samen volgen nu ruim 1,7 miljoen studenten een met Ad vergelijkbare studie.

Vooruitlopend op de inhoud van de Strategische Agenda, die in juli uitkwam, en met het buitenland als voorbeeld,  heeft staatssecretaris Zijlstra reeds in februari 2011 aangegeven voornemens te zijn om de Ad vanaf 1 september 2013 een vaste plek te geven in het Nederlandse hoger beroepsonderwijs.

Pilotronde 5

Met de ervaring van andere Europese landen in gedachten, is in Nederland in 2006 besloten om een eerste pilotronde te starten voor de Associate degree. Nu, eind 2011, zijn we aanbeland bij pilotronde 5; de laatste pilotronde voordat de Ad een vaste plaats zal krijgen in het Nederlandse onderwijssysteem. De aanvragen van onderwijsinstellingen die nu een Ad-opleiding willen starten, worden meegenomen in deze laatste pilotronde. Anders dan in de eerdere pilotrondes wordt er in deze ronde geen limiet meer gesteld aan het aantal toe te kennen Ad-opleidingen. Het verzoek tot het starten van een Ad-opleiding dient in deze vijfde ronde uiterlijk 16 januari 2012 te zijn ingediend bij de NVAO. Zij geven op basis van de aanvraag een advies aan de Ad Commissie die op 1 mei 2012 haar beslissing over de aanvraag bekend maakt.

Er is geen nieuw beoordelingskader voor pilotronde 5 vastgesteld. Op 7 november 2011 heeft staatssecretaris Zijlstra naar alle hogescholen een brief gestuurd met uitleg over de kaders van de vijfde pilotronde. Er staat in dat men de keuze heeft uit het beoordelingskader van ronde 4A of 4B.  Kiest een hogeschool voor het beoordelingskader van ronde 4A, dan dient er een sterke samenwerking aanwezig te zijn met het mbo. In de aanvraag moet duidelijk naar voren komen dat de verwachte doorstroom vanuit het mbo de Ad rechtvaardigt. Kiest men voor het beoordelingskader van ronde 4B, dan gaat het samenwerkingsverband nog verder en moet een gedeelte (max. 50%) van de opleiding verzorgd worden op een BVE-instelling.

“Sommige voorwaarden in de kaders van 4A en 4B die samenhangen met het pilotkarakter van de Ad zijn niet meer opportuun”, zo schrijft de staatssecretaris. De Ad zal immers, als het aan de staatssecretaris ligt, een vaste plek in het Nederlandse onderwijsstelsel krijgen waardoor onderwijsinstellingen met een geaccrediteerde bachelor-opleiding vrij zijn om ook een Ad-variant van deze opleiding aan te vragen.

Arbeidsmarktrelevantie

In pilotronde 5 is wel een aanvullende eis toegevoegd, die betrekking heeft op de arbeidsmarktrelevantie. Ondanks de aanwezige vraag vanuit de arbeidsmarkt naar Ad’ers, is elke hogeschool die een Ad-opleiding wil aanvragen genoodzaakt aan te tonen dat er daadwerkelijk behoefte is aan Ad-afgestudeerden op de betreffende (regionale) arbeidsmarkt. In de Strategische Agenda Hoger Onderwijs wordt nadrukkelijk aangegeven dat de arbeidsmarktrelevantie leidend is voor het wel of niet honoreren van een Ad-aanvraag. Een verzameling van steunbetuigingen of beloftes vanuit het bedrijfsleven is niet voldoende. Zowel de landelijke als de regionale vraag naar Ad-afgestudeerden van de betreffende opleiding moet worden onderbouwd en aangetoond in de aanvraag van een nieuwe Associate degree. Momenteel voert Hobéon een arbeidsmarktonderzoek uit ter onderbouwing van de Ad-aanvraag van een hogeschool, die graag een Ad-opleiding wil starten.

Het ROA heeft, op verzoek van de Commissie Ad, een brochure (handleiding) uitgebracht die volledig gericht is op het aspect arbeidsmarktrelevantie. Er worden valkuilen en aandachtspunten benoemd, die richting moeten bieden bij het opstellen en onderbouwen van een Ad-aanvraag. Zo wordt benadrukt dat er niet alleen kwantitatief bewijs moet zijn voor de behoefte aan Ad’ers van een bepaalde opleiding, maar deze behoefte moet ook kwalitatief onderbouwd worden. Dit betekent dat het bedrijfsleven in de betreffende branche en regio betrokken moet worden bij onder meer het opstellen van het beroepsprofiel van de Associate degree.

Top 25 Ad-trajecten

De Commissie Ad heeft in september 2011 advies uitgebracht waarin zij beschrijft op welke wijze uitbreiding van het Ad-aanbod gestimuleerd kan worden bij definitieve invoering van de Ad. In het Advies van de Commissie voor een Aanpak definitieve invoering Associate degree wordt gesproken over een ‘Top  25 Ad-trajecten’. De Commissie Ad pleit ervoor het bedrijfsleven in samenwerking met de BVE-sector een top 25 op te laten stellen van Ad-opleidingen waarnaar, vanuit het werkveld bezien, de meeste vraag is.  Hiermee wordt de arbeidsmarktrelevantie van tevoren vastgesteld door het bedrijfsleven. Het doel van deze top 25 is om onderwijsinstellingen extra te stimuleren een Ad te starten. De hogescholen moeten hierbij wel aantonen dat de doorstroommogelijkheden van mbo-studenten goed geregeld zijn door afspraken te maken met mbo-instellingen en de eindkwalificaties van het mbo en de Ad op elkaar aan te laten sluiten.

In zijn brief van 7 november laat staatssecretaris Zijlstra weten dat er inmiddels overleggen worden gevoerd met werkgeversorganisaties om te inventariseren welke opleidingen een plek moeten krijgen in de ‘Top 25 Ad-trajecten’.

Meer informatie

Bent u als hogeschool van plan een Ad-opleiding te starten? Hobéon kan u hierbij ondersteunen door het uitvoeren van marktonderzoek ter onderbouwing van de arbeidsmarktrelevantie. Ook kan Hobéon u adviseren en begeleiden bij het schrijven van de aanvraag. U kunt hiervoor contact opnemen met Hans Stoltenborg of Inge Gies Broesterhuizen via (070) 30 66 800.