Blog

Clustervisitaties vanuit dubbele invalshoek

Op dit moment is de discussie over de toekomstige opzet van de visitaties in het hoger onderwijs volop gaande. Een deel van het debat lijkt uitermate praktisch. Daar gaat het om de indeling van visitatiegroepen: welke opleidingen brengen we samen in welke visitatiegroep?

Het debat over die indeling maakt echter twee verschillende invalshoeken van opleidingskwaliteit zichtbaar en met name het spanningsveld tussen die twee. 

 

Landelijke vergelijkbaarheid

De ene invalshoek is landelijk en vormt een belangrijke aanleiding voor het idee van de visitatiegroepen. Centraal hierin staat het streven om via beoordeling van opleidingen in visitatiegroepen de gelijkheid en vergelijkbaarheid in de beoordelingen te verbeteren. Vergelijkbare opleidingen worden landelijk op vergelijkbare wijze beoordeeld.

Bij een recente raadpleging van het veld door de Vereniging Hogescholen (samen met de NVAO) bleek dat de door de politiek gewenste vergelijkbaarheid van opleidingen niet verward moet worden met de eigenstandige beoordeling van een opleiding in basiskwaliteit, goed of excellent. Het veld van hogescholen nam het standpunt in dat de feitelijke beoordelingen van opleidingen  tijdens (cluster)visitaties niet mag afhangen van de vergelijkbaarheid in een visitatiegroep. Dat laatste kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd door een meta-evaluatie op basis van de individuele opleidingsbeoordelingen.

Eigenheid van instelling en opleiding

Wie de vraag stelt wat dan wel ‘vergelijkbare opleidingen’ zijn, komt direct uit bij de tweede invalshoek. Die is instellings- of opleidingsspecifiek. Deze invalshoek maakt zichtbaar dat iedere instelling - en daarbinnen iedere opleiding vanuit een eigen visie inhoud geeft aan de kwaliteit van het onderwijs. Die visie kan bijvoorbeeld leiden tot brede bachelors of andere ordeningen om zó aan te sluiten bij de wensen van het (regionale) werkveld en studenten. De vraag welke opleidingen daarmee vergelijkbaar zijn, kan daarmee vrij principieel zijn. Die visie kan bijvoorbeeld ook leiden tot de sterke wens van een hogeschool dat onderwijs én onderzoek, opleiding én lectoraten gecombineerd moeten worden in één audit. Ook dat is een aandachtspunt bij de indeling in visitatiegroepen, omdat dit voor die opleiding specifieke eisen stelt aan het panel.

Landelijke vergelijkbaarheid en eigenheid (profilering) van instelling en opleiding. Beide invalshoeken moeten in het nieuwe visitatiestelsel voldoende bediend worden. Beide invalshoeken komen ook volop aan bod in de recente editie van de Hobéon Special; het magazine dat wij éénmaal per jaar uitbrengen. In deze Special hebben wij vijftien deskundigen uitgenodigd om hun visie op kwaliteit en kwaliteitszorg in het onderwijs weer te geven, landelijk of vanuit de optiek van de eigen instelling. De Special bevat ook een bijdrage met onze eigen visie. Een visie die we graag zullen inbrengen in het debat over de verdere invulling van de clustervisitaties in de komende periode en in de vormgeving van de audits bij hogescholen.

Vragen of opmerkingen?

Wilt u reageren op deze bijdrage van Ruud van der Herberg. Neem dan contact op met Ruud. Dat kan telefonisch via (070) 30 66 800 of e-mail via r.vanderherberg@hobeon.nl