Blog

Het Catshuis overleg: toch niet alleen maar bezuinigen?

Nadat eind 2011 het CPB officieel bekend maakte dat Nederland in een economische recessie terecht was gekomen, besloot het kabinet om nog even te wachten op de volgende mededeling van de rekenmeesters alvorens te besluiten dat extra bezuinigingsmaatregelen nodig zijn om het vaderlandse huishoudboekje te laten voldoen aan de Europese normen.

 

Die bezuinigingsmaatregelen worden voorbereid in het Catshuis en aan wat minister De Jager 'de financiële tafel’ in zijn ministerie aan het Korte Voorhout noemt. Vraag is of de gespreksronden die nu plaatsvinden en nog zullen volgen en waar aanzienlijk tijd en energie in wordt geïnvesteerd, zullen leiden tot fundamentele keuzes voor herstel of dat er niet veel anders plaatsvindt dan politiek gepoker waarna elk van de drie betrokken partijen kan roepen dat de ingrepen pijnlijk zijn maar eerlijk verdeeld en dat de belangrijkste uitgangspunten uit het regeer- en gedoogakkoord toch zijn gehandhaafd. Zodat alles wat is bedacht uitlegbaar is aan de kiezer en aan de SGP en/of Hero Brinkman

Ik snap dat het belangrijk is om voor de bühne te kunnen zeggen dat de hoofdlijnen van de gesloten akkoorden overeind blijven. Maar gaat het daar nu nog om, is in een beperkt tijdsbestek de economische situatie in de wereld niet zodanig veranderd dat niet meer kan worden voortgeborduurd op uitgangspunten van enkele jaren geleden? Moet er niet heel anders gekeken worden naar oplossingen voor de vraagstukken waar we voor staan?

Puur bezuinigen zal hoe dan ook, en bij welk onderwerp dan ook, uiteindelijk leiden tot minder bestedingen, minder bestedingen tot minder winst, minder winst tot minder belasting afdracht, minder winst tot minder budget voor innovatie, minder belastingen en minder innovatie tot het verder vertragen van de economische ontwikkeling. Met andere woorden: stelselmatig op de gebruikelijke manier bezuinigen leidt niet tot economisch herstel in Nederland van binnen uit. Economisch herstel moet dan worden ‘geïmporteerd’ door te profiteren van economisch herstel in het ons omringende buitenland. Is het niet beter om daar niet alleen van afhankelijk te zijn? Moeten we niet zelf ons economisch herstel initiëren?

Een voorbeeld

Enkele weken geleden, het overleg in het Catshuis was nog niet begonnen, werd het ballonnetje opgelaten om het deeltijd onderwijs in Nederland niet langer door de staat te bekostigen. Met die maatregel zou er een besparing van vele tientallen miljoenen worden gerealiseerd.

Een ander idee om meer staatsinkomsten te genereren is het verhogen van de VPB (de belasting op winsten in ondernemingen).

Beide ingrepen op zichzelf zijn bedreigingen voor de innovatiekracht in Nederland.

Veel bedrijven betalen in Nederland de permanente educatie van hun medewerkers. Zij doen dit enerzijds uit eigen belang; beter ontwikkelde medewerkers krijgen en behouden. Maar anderzijds dragen zij daarmee bij aan de ontwikkeling van individuele mensen en aan de kennisontwikkeling binnen de Nederlandse samenleving.

Nu door privatisering de kosten van opleidingen in deeltijd en daarmee de kosten voor het bedrijfsleven zullen stijgen, zal de winst in de ondernemingen dalen. Als winsten dalen zal er minder belasting worden afgedragen, maar komt er ook minder budget in ondernemingen beschikbaar om in opleiding van medewerkers te investeren. Daarmee daalt de innovatiekracht, daalt de internationale concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven, dalen winsten enz. Een negatieve spiraal is het gevolg voor de Nederlandse economie.

Waarom wordt niet de relatie gelegd tussen een ingreep in de bekostiging in het Nederlandse deeltijd hoger onderwijs en het niet verhogen van de winstbelasting indien een bedrijf aantoonbaar een bepaald percentage van zijn winst investeert in de ontwikkeling van zijn medewerkers? Waarom wordt op departementen zo monomaan over maatregelen (in dit geval bezuinigingen) nagedacht? Wanneer worden er fundamentele keuzes gemaakt die het mes aan twee kanten kunnen laten snijden? Wanneer komen departementen en politieke bestuurders gelijktijdig aan die zogenaamde financiële tafel te zitten om integraal na te denken over vernieuwende en herstel bevorderende ‘bezuinigingsmaatregelen’?

Met de ingreep in de bekostiging van het deeltijd hoger onderwijs kunnen hele interessante andere ontwikkelingen op gang worden gebracht, maar de idee ontwikkeling daaromtrent ontbreekt volledig. Zelfs het ontwikkelen van nieuwe ideeën wordt niet gestimuleerd, slechts niet bedachte drempels worden opgeworpen, want wat gebeurt er met al die personeelsleden van instellingen voor hoger onderwijs die nu nog in het bekostigde deeltijd onderwijs werkzaam zijn? Gaan die een beroep doen op een werkloosheidsuitkering?

Dit land verdient zoveel beter dan alleen maar recht toe recht aan bezuinigen!